In de maneschijn

In de maneschijn

Stef beleeft de ochtend van zijn leven. Het incident op de haven van Lombok is weer op komen borrelen, nadat we horen dat we bij ons hostel voor de helft van de prijs boottickets kunnen kopen. Stef besluit een berichtje te sturen naar zijn vrienden bij ‘Ryan Tour’ in de hoop dat ze Jezus gevonden hebben, maar helaas.

Al kokend en stomend loopt hij samen met Simone voor de laatste keer naar het strand, om daar in een strandhutje een verse kokosnoot te bestellen.

Kokosnoten zijn verassend lekker. Ze hebben weinig tot niets weg van de godvergeten snack die men bounties noemt, maar zijn juist erg zoetig en verfrissend.

Simone neemt een duik terwijl Stef verder mokt in het hutje. Ze zwemt nog geen tien meter van de kust of de kop van een schilpad steekt naast haar boven water om naar lucht te happen. Met een grote glimlach laat ze zich door het water drijven. Wat is het toch een bijzondere plek.

Om een uur of twee stappen we in een houten bootje richting het laatste Gili eiland, genaamd Gili Trawangan. Ook wel bekend als Gili T of Tee, maar deze term mag uitsluitend door hippe Bali-gangers gebruikt worden.

Tee is duidelijk het meest bezochte eiland van de drie. De haven staat bomvol mensen, paarden en wagens. In een oogopslag tellen we meer restaurants dan in heel Gili Meno.

Normaal gesproken verliezen plaatsen die verzwolgen worden door massatoerisme snel hun charme voor ons, maar er hangt hier toch een fijn sfeertje. Er rijden nog steeds geen auto’s of scooters rond, en de helft van de bezoekers is waarschijnlijk bedolven onder de wietjes en happy shakes die overal te koop zijn.

Ook deze keer slaan we de paardentaxi over. We wandelen naar het ‘La Bohème’ hostel, waar we door een vriendelijke T-zak verwelkomt worden. De ruimte heeft veel weg van een huiselijke kroeg, met in het midden een groot krijtbord met de titel ‘BEERPONG TOURNAMENT’. Voordat we er erg in hebben staan regionaal kampioenen Stef en Simone op de deelnemerslijst, klaar om te strijden voor een gratis shotje en twee flesjes bier.

We lopen de trap op en komen terecht in een boomhut achtige omgeving. De houten vloer ligt vol met zitzakken. In het midden staat een hele ouderwetse tv met een bijbehorende PlayStation 2. Aan het plafond hangen hangmatten. We lopen via een paar kleine trapjes verder en stuiten op onze kamerdeur.

Deze kamer is de kleinste tot nu toe. Naast een ruimtevullend tweepersoonsbed is er één vierkante meter over aan vieze vloer, waar we onze tassen op elkaar stapelen. Naast ons hok bevindt zich een bezemkast inclusief gezamenlijke douche en wc. De douchekop hangt aan een miezerig touwtje boven de pot te bungelen. Simone vindt het kort gezegd vreselijk. Gelukkig maakt de rest van het hostel weer een heleboel goed.

Er is namelijk ook een zwembad! Simone trekt in een tempo waar Stef angstig van wordt haar bikini aan. Ze heeft het al maanden over hoe lekker ze het zou vinden om een zwembadje bij de kamer te hebben. Stef kijkt haar dan altijd met dezelfde verwarde blik aan, die duidelijk maakt dat ze niet op een lijn zitten over deze kwestie. Ze snelt zich naar het blauwe water en neemt een grote plons. Stef breit snel een bruine trui en sluit zich dan bij haar aan. De rest van de middag spenderen we met waterbasketbal, poolvolley en zwemwedstrijdjes. Over de winaar van dat laatste worden we het helaas niet eens.

Via het hostel krijgen we korting bij een restaurant in de buurt. Als echte Nederlanders klinkt dit als muziek in de oren. Met een dikke vette pizza en een grote Bintang bereiden we ons mentaal voor op een serieus potje bierpong.

Stef wast zijn haar met handzeep

We melden ons iets te vroeg bij het toernooi, waardoor alleen wij, een Indisch meisje en de medewerkers van het hostel er zijn. We besluiten alvast wat oefenpotjes te spelen, die de definitie blijken van een slechte generale. De hosteljongen is duidelijk vaker te vinden bij de toernooien en gooit het ene na het andere balletje sierlijk in de rode cups. Een paar potjes en een onduidelijke hoeveelheid Bintang later komen de rest van de deelnemers binnen.

Wij moeten de eerste ronde meteen aan de bak tegen een ietswat eng stel Duitsers, wat later broer en zus blijkt te zijn. Het spelen tegen Duitsers brengt automatisch een nationalistisch gevoel bij ons op. Dit is niet zomaar een potje bierpong in een hostel in Indonesië. Dit is Nederland tegen Duitsland. Dit is menens.

Zonder vertoning van enige emotie weten ze de ene na de andere bal raak te gooien. Al snel staat er nog maar één rood bekertje voor onze neuzen. De situatie lijkt hopeloos.

Tegen alle verwachtingen in slaan we meedogenloos terug. Binnen enkele rondes brengt Stef het verschil terug naar 1 tegen 1, en ook het allerlaatste balletje verdwijnt uiteindelijk in het bekertje van kamp Duitsland. We schudden het stel de hand en zien ze vervolgens geïrriteerd naar de hoek druipen. De kers op onze zoete overwinning, die ons automatisch in de finale plaatst.

In de volgende ronde zien we onze grootste rivalen, de hosteljongen en het Indische meisje, spelen tegen een Belgische jongen die sprekend op Bob Ross lijkt. Of hij net zo goed kan schilderen weten we niet, maar zijn bierpong-kwaliteiten zijn in ieder geval niet mals. Op genadeloze wijze wordt Bob de zaal uit gegooid. Hij is er gelukkig niet zo rouwig om en neemt snel plaats om een daverend eindspectakel te aanschouwen.

De finale. Stefone VS Hostel Hoes. Het is ontzettend spannend. Simone is helemaal ontketent en neemt het team op sleeptouw. De ballen vliegen in rap tempo de bekers in, totdat er aan beide kanten nog maar één beker staat. Terwijl iedereen op het puntje van zijn stoel zit, weet Simone het laatste balletje in het doel te krijgen. Aangezien wij zijn begonnen met gooien, heeft de verdediging nog één laatste kans. In slow motion vliegt de bal onze kant op. Na een vlucht die jaren lijkt te duren, ketst de bal van de rand van onze beker af. We hebben gewonnen.

Alsof we een Nobelprijs gaan ophalen, wandelen we richting de bar. De gratis shotjes en biertjes smaken verrukkelijk, en dit is nog maar het begin. Vanavond is het namelijk volle maan, wat betekent dat er door heel Azië heen ‘Full Moon Party’s’ gegeven worden. Zo ook op Gili T, het eiland wat bekend staat om zijn feesterijen.

Samen met de andere deelnemers maken we ons klaar voor een avondje uit. De hosteljongen zegt een uitstekende startplek te weten, dus volgen we hem naar een nog relatief lege dansvloer. Een al aardig dronken jongen verwelkomt ons met een enorme fles Rocketshot. Als waardige deelnemers van ‘zon zuipen ziekenhuis’ gooien we onze hoofden naar achter om volgegoten te worden met het zoete spul. Onze ouders komen ons gelukkig niet van achter een muurtje confronteren, dus besluiten we door te lopen naar het echte feest.

Al aardig gezellig merken we onderweg de volle maan op. Het is hem echt. We hebben in onze levens al talloze keer naar een volle maan getuurt, maar zo vol als nu is hij nog nooit geweest. Simone poseert toepasselijk met het natuurlijk tafereel.

We komen aan bij een drukke strandtent, waar een DJ plaatjes aan het draaien is voor een menigte die het zand onder hun voeten losdanst.

Wij mengen ons en dansen mee op het ritme van de muziek, terwijl de zandkorrels zich tussen onze tenen wurmen. Zelfs Stef ziet zijn permanente voetdroogte even door de vingers en schopt zijn slippers uit. Na een paar uur vol gedans en gelach ploffen we neer op het strand. We kijken tevreden naar de aanspoelende golven, terwijl de menigte doorfeest. De zon komt bijna op. Simones hoofd tolt. Het is tijd om naar huis te gaan.

De volgende ochtend wordt Stef geïrriteerd wakker. Niet van de sterk aanwezige hoofdpijn, maar van de berg zand die met elke beweging tegen zijn lichaam aan schuurt. We zijn gisteravond zonder te spoelen of kloppen ons bed ingeploft. Dat wordt nog enig de komende overnachtingen.

De dag komt wat laat op gang. Stef speelt een soort B-FIFA met een kapotte controller tegen één van de hosteljongens, terwijl Simone een praatje maakt met twee Rotterdammers die hier op vakantie zijn. Ze zijn van plan om hun duikbrevet te halen. Wij willen dat eigenlijk ook graag doen, maar de benodigde tijd en geld staan ons een beetje in de weg. Nou ja, misschien later in de reis!

Simone gooit al snel provocerende woorden als ‘smoothiebowl’ richting Stef, waardoor we in een hip tentje belanden met een bakje fijngeperst fruit voor onze neuzen.

Langzaam maar zeker komt er leven in de rijsterij, maar tot de plannen om het eiland rond te fietsen komen we niet. In plaats daarvan belanden we met een zitzak op het strand.

Het hostel organiseert elke avond een nieuwe activiteit. Gisteren was het wekelijkse bierpongtoernooi, en vandaag vindt er een wandeling naar een berg plaats om de zonsondergang te bekijken. Dezelfde groep verzameld zich bij de ingang, maar het is wat onduidelijk wat ieders plan is. Bob Ross heeft gisteren een zakje paddestoelen gekocht. Na deze een dag lang in de zon te laten fermenteren, wil hij ze op het strand gaan opknabbelen. De enge Duitsers vinden dit een uitstekend idee en bestellen ook een ‘happy shake’.

Terwijl we het groepje lichtelijk gespannen richting het strand zien lopen, vervolgen wij onze weg naar de berg. Niets boven een mooie zonsondergang! De hostelmeneer wijst de ingang van de heuvel aan en zegt dat het vanaf hier alleen maar rechtdoor is. Dat kunnen we wel. Niet dus. Na een godsgruwelijk hoge trap te beklimmen lopen we allerlei rechtdoren in, maar het viewpoint is nergens te bekennen. Na een minuut of vijf mopperd Simone dat het viewpoint de pot op kan en stampen we weer naar beneden. Althans, Simone stampt. Stef loopt er lachend achter en maakt voorzichtig grapjes die de relatie op de proef stellen.

Spot de IT’er

We belanden op een bospad richting het strand. Vlak naast het pad zien we een open ruimte, waar een aantal vogelkooien met zingende donsbollen aan de omringende bomen hangen. In het midden van de kooien zitten twee mannen in trans naar de vogels te staren. In eerste instantie denken we dat ze wat paddestoelen geknabbeld hebben en zich nu onder de begeleiding van het vogelgezang in andere werelden bevinden. Later leren we echter dat ze de vogels waarschijnlijk aan het trainen zijn. Zangvogelcompetities zijn een groots iets in Indonesië. Hoe ze precies werken weten we niet, maar het vogeltje met de mooiste tsjierp wint.

We bereiken het strand en zijn nog precies op tijd om de zonsondergang mee te pikken. Aan onze rechterzijde is een kapper in zijn unieke salon met een klant bezig. Het bestaat uit een spiegel en een stoel, midden in het zand. Stef overweegt een opfrisbeurt, maar besluit dan toch met Simone op het strand plaats te nemen om van onze laatste magische zonsondergang op de Gili-eilanden te genieten.