Pakezel

Pakezel

Vandaag beginnen we met een begroeting aan één van onze trouwste bloglezers. Hoi An! Dit belooft een pakkend blog te worden.

Hoi An!

Op de ochtend van vertrek kijken we droevig uit ons raam alsof we in een videoclip zitten. Hué heeft besloten ons nog een laatste natte afscheidsknuffel te geven. We moeten vanaf het hostel een halve minuut lopen naar onze bus. Dat is goed te doen zou je zeggen. Onder de huidige omstandigheden zijn 30 seconden echter fataal. De hostelmevrouw ziet ons opties overwegen, en besluit dan een gigantische poncho aan ons mee te geven. Als een groot blusdeken houden we het lap plastic met gestrekte armen boven onze hoofden, terwijl we zachtjes vooruit waggelen. De regen klettert langs ons neer. Simone werpt nog een laatste blik naar achteren en ziet dat de hostelmevrouw aan het schateren is om het tafereel.

Bij aankomst in Hội An is het weer niet bepaald opgeklaard. Het is misschien nog wel erger. Met de gehele businboedel staan we onder het afdakje van het busstation te schuilen, peinzend over onze volgende stap, terwijl de goden een wedstrijdje regen gooien houden. Als een stel hordelopers besluiten we uiteindelijk naar het dichtstbijzijnde restaurant te rennen. We springen over plassen en takken, tot we uiteindelijk een warme pizza voor ons hebben liggen.

Onder het genot van smeltende kaas overwegen we om naar onze homestay te lopen, wat zo’n 30 minuten zou duren. We hebben immers poncho’s bij. Maar nadat het eten is ingekickt, komt ook ons verstand langzaam terug. 30 minuten door deze stortregen banjeren is gekkenwerk. We stappen dus maar in een taxi. 

Onze chauffeur stopt voor een volgelopen steegje. Hier kan zijn turbo Daihatsu niet doorheen, dus moeten we de laatste twee minuten lopen. Simone wisselt haar birckenstocks in voor badslippers en springt het water in. Stef springt er in zijn oppermachtige Lowa’s achteraan. ‘We moeten naar links!’, schreeuwt hij naar Simone, in een poging de regen te overstemmen. Als twee verzopen verstekelingen komen we een paar minuten later aan bij onze homestay. 

‘Hello?’ roepen we allebei naar binnen. Stilte. Simone doet haar slippers uit en betreedt een lege huiskamer. Ook in de keuken is niemand te bekennen. Wel bevestigt de ruimte enige teken van leven, want het aanrecht staat vol met gebruikte pannen, borden en bestek. Opeens gaat er een deur open. Een kleine mevrouw stapt gapend de woonkamer binnen. Ze begint schattig te lachen als ze ons ziet. Het is al snel duidelijk dat ze geen woord Engels kan, maar dat maakt niet uit. Met handgebaren brengt ze ons naar de kamer. Wij volgen haar op de voet. De rest van de dag blijft het regenen, dus lassen we een spelletjesmiddag in. Als Simone voor de zoveelste keer een potje Dos verliest, wordt de sfeer uitermate grimmig. Ronduit gevaarlijk zelfs. We besluiten de tv aan te zetten om verder escalatie te voorkomen.

We belanden op een zender met de Aziatische GTST. Het is nog slechter als thuis. We besluiten onze acteer skills naar boven te halen en de scènes op theatrale wijze te vertolken. Instinctief komen de juiste zinnen in ons op, maar dat is niet gek: we hadden immers allebei te hoofdrol in de groep 8 musical.

Niet veel later wordt op onze deur geklopt. We doen open en treffen de glimlachende mevrouw. Zonder iets te zeggen duwt ze een dienblad met twee borden rijst en thee in onze handen. We kijken haar stomverbaasd aan, aangezien we nergens om gevraagd hebben. Glimlachend draait ze zich om en loopt weer naar beneden. We roepen nog snel ‘thank you!’ voordat ze om de hoek verdwijnt.

Met de borden op schoot spenderen we de komende uren aan een serie op Netflix. Het is lang geleden dat we dit gedaan hebben. Het voelt een beetje als een regenachtige zondag in Nederland. Rond een uur of zeven klopt de mevrouw opnieuw op onze deur, ditmaal met twee bahn mi’s, belegd met een gebakken eitje. Ze zegt opnieuw niks en glimlacht vriendelijk terug als we haar meerdere keren bedanken. Ze komt heel moederlijk over, en geeft ons het gevoel dat ze het te doen heeft met al haar doorweekte gasten.

De volgende ochtend staat het er gelukkig een stuk beter voor. Alsof de Teletubbies-zon hemzelfve ons een knipoog aan het geven is. We lopen naar beneden en zien onze invalmoeder in de keuken staan. Ze overhandigt ons met dezelfde glimlach als gisteren het menu. Het is voor ons geen lastige keuze; tien minuten later zitten we in de woonkamer twee bananenpannekoeken weg te werken.

Onze bonusmoeder is de echte moeder van drie kleine kinderen, die naast ons met een houten spoor aan het spelen zijn. Ze kijken af en toe giegelend onze kant op. Één van de drie vraagt in simpel Engels hoe we heten en hoe oud we zijn. Glunderend verteld ze op haar beurt dat ze zeven is, en daarmee de oudste van de drie.

Na een tijdje zijn ze de trein zat en beginnen ze over te gooien met iets wat lijkt op een bal. Na een paar roekeloze worpen komt de bal vast te zitten bovenop een deur. Ze proberen er naar toe te springen, maar komen minstens anderhalve meter tekort. Gelukkig is er een menselijke ladder mee op reis. Stef staat op en pakt zonder moeite de bal van de deur. De kinderen en de moeder komen niet meer bij van het lachen, terwijl ze met handgebaren de lengte van Stef aangeven. Zoiets hebben ze nog nooit gezien. 

Met behulp van Google translate komen we erachter dat we gratis fietsen mogen pakken om in het centrum te komen. Nadat we zadels versteld hebben, stappen we op de uit elkaar vallende gevaartes en crossen door de plassen van de dag ervoor richting het bruisende centrum. 

Naarmate we dichterbij komen, wordt het drukker en drukker. Grote aantallen scooters schieten ons voorbij. Langs de weg staan overal kraampjes met allerlei groentes, vis en vlees. De verkopers wapperen met hun handen over de producten om de bezoekende vliegen weg te jagen. 

Vandaag staat in het teken van één concreet doel: we gaan een pak laten maken. Ja, je leest het goed. De twee backpackers in hun zwetende zomerkleding gaan chique! Er is namelijk geen betere plek op aarde om een maatpak te laten maken dan in Hội An.

We worden beide razend enthousiast van het idee. Simone kan eindelijk weer eens shoppen en Stef besluit dat hij bij terugkomst een pokeravond met vrienden wil organiseren, net zoals in Casino Royale. Hij ziet zichzelf al helemaal zitten in zijn maatpak, tegenover Smads Smikkelsen.

Dit is Smads

In Stefs hoofd was Hội An een rustiek dorpje, ergens in de bergen. Bovenop de berg bevond zich een kleine kleermakerij, waarin een oude rimpelige man met veel levenservaring achter zijn naaimachine zat te werken aan een lap stof.

Nou, niet bepaald. Op elke hoek van elke straat zit wel een kleermaker. Kleermakers voor zomerkleding, avondkleding, gespecialiseerd in linnen of juist in zijde. Simone is gelukkig al lichtelijk voorbereid op de enorme keuzestress; ze is al dagen aan het googelen en heeft de recensies van zowat iedere zaak gelezen. Na uitvoerige wik- en weegsessies is er uiteindelijk een top 3 uit komen rollen. 

Na een tijdje bereiken we het centrum van Hội An, bestaande uit smalle straatjes met authentieke gele muren en lampionnen. Ze zijn gevuld met schattige eettentjes, souvenirwinkels en te bezoeken huizen uit de oudheid. Er mag enkel gelopen of gefietst worden, wat samen met de algemene mooiheid van de plek onmiddellijk zorgt voor een gemoedelijke sfeer. 

Nog even de weg volgen, dan de tweede naar links en dan zijn we bij de eerste twee kleermakers. Terwijl we de hoek om fietsen, schieten we synchroon in de rem. Voor ons staat een gedeelte van de stad helemaal blank, als gevolg van de hevige regenval van gisteren. Het water klotst tot aan onze voeten. Oppertunistische booteigenaars bieden hun voertuig aan om toeristen door de straten te varen alsof het een waterpark is.

Wat nu? Twee van Simone’s top 3 kleermakers bevindt zich in de onderlopen straat. Misschien zijn ze gewoon open? We parkeren onze fietsen, trekken de schoenen uit en rollen onze broeken op. Naarmate we verder en verder struinen, komt het water tot onze knieën te staan. Correctie, Simone’s knieën. De panden lijken allemaal gesloten te zijn, en bovendien niet in een al te beste staat. We wandelen naar de kleermaker en turen door een kiertje naar binnen. Het water klotst tegen de lege kasten die normaal vol zouden liggen met kleurrijke stofjes. Arme rimpelige bergmeneer.

Er is nog één kleermaker in de straat die het geluk heeft zijn deuren open te hebben, als gevolg van een iets hogere ligging als de concurrentie. Na kort overleg besluiten we dat het toch niet zo chill is om steeds door het bruine water te banjeren voor iedere passessie. De ouders van Simone hebben namelijk gevraagd of het riool mee was overstroomd. De gedachte dat we door de kak aan het banen zijn, staat ons niet zo aan.

We belanden uiteindelijk bij een zaakje genaamd ‘Two Ladies Tailor’. Een knappe Vietnamese mevrouw met rode lippenstift heet ons welkom. De kleine ruimte staat vol met opgemaakte paspoppen en de muur met lappen stof in alle kleuren van de regenboog. We nemen plaats aan tafel tegenover de mevrouw, die Sam blijkt te heten, en beginnen aan ons pakavontuur. We voelen ons lichtelijk misplaatst in de maatpakkenwereld en hebben geen idee wat de bedoeling is. Nadat we aangeven een pak te willen, begint Sam allemaal moeilijke vragen te stellen. Welke kleur? Welke pasvorm? Strak? Of oversized? Stef krijgt een boek aangereikt met allemaal pakkenmannen. ‘Deze is wel mooi’, zegt hij een beetje twijfelend, terwijl hij naar een ‘Navy Blue’ pak wijst. Simone is iets beter voorbereid en laat Sam de Pinterest foto’s zien die ze als inspiratie heeft opgeslagen.

Het blijkt verdomd lastig om in detail uit te leggen wat je wil. In de Zara pak je gewoon een kledingstuk van de hanger en pas je het. Capiche. Dan denk je niet: ‘Dit jasje heeft maar één knoopje, wil ik er niet liever twee? En hoe moet de binnenvoering eruit zien? En wil ik geen kek geborduurd patroon langs m’n kraag?’. De echte levensvragen komen eindelijk boven tafel. Sam helpt ons er gelukkig doorheen. Ze laat verschillende stofjes voelen en geeft advies over de kleur en de pasvorm. In een notitieboekje schetst ze vervolgens onze creaties.

En dan de finale: de prijsonderhandeling. Een beetje onwennig gaan we de strijd aan. Na intensief vuren en incasseren bereiken we het laatste bod. Aangezien we de gehele middag nog voor ons hebben, vertellen we Sam dat we nog wat andere kledingmakers willen bezoeken om wat vergelijkingsmateriaal te hebben. Dit moedigt ze van harte aan. Ze bedankt ons alvast voor de komst en hoopt dat we later terugkomen.

Bij de andere zaken treffen we een wereld van verschil aan. We ervaren veel opdringerigheid en een onophoudelijke drang om ons zo veel mogelijk pakken door de strot te duwen. Het krioelt er van toeristen die aan de lopende band werden opgemeten. Wanneer we zeggen nog verder te willen kijken bij andere winkels, wordt alles uit de kast getrokken om ons binnen te houden.

Een vriendelijk stofje van een vriendelijke mevrouw

De beslissing is dus niet zo lastig. We stappen laat in de middag binnen bij Two Ladies Tailor. Sam is erg blij ons weer te zien. We gaan nog een keer aan tafel zitten om de definitieve prijs te bepalen en beginnen dan met meten. We verbazen ons over hoeveel maten het lichaam heeft. Ze noteren álles, van de lengte van onze armen tot de diameter van onze grote tenen. 

Het duurt nog even voordat we het eindresultaat zien van al het gemeet. We moeten morgen terugkomen voor de eerste passessie, waarin we kijken welke onderdelen nog net te strak of te los zitten. Daarna verwerkt de kleermaker alles en kunnen we, mits alles naar wens is, onze superpakken mee naar huis nemen. 

We werken ‘s avonds nog een burger naar binnen en fietsen dan voldaan naar huis. De passessie van morgen hebben we in de avond gepland, omdat we de middag in de Bana Hills spenderen, een bijzonder pretpark wat het beste te omschrijven is als het pretpark wat iemand zou bouwen als diegene al het geld van de wereld had. Maar hierover later meer!

Sneak preview

In de avond worden we wederom hartelijk ontvangen door Sam. Door alle overstromingen in de stad blijven de klanten weg, vertelt ze. Ze is al heel de dag koffie aan het drinken en blij dat we er zijn.

Terwijl we de zaak binnentreden, zien we in onze ooghoeken de glorieuze lappen stof al over de stoel hangen. Één voor één trekken we de kledingstukken aan. Het is op een paar details na eigenlijk meteen raak. We krijgen spontaan zin om aandelen te kopen en te solliciteren als president van Amerika.

Daarna blijven we nog een hele tijd in de zaak zitten om het met Sam te hebben over het leven in Vietnam. ‘Zijn jullie al getrouwd?’, vraagt ze zonder aankondiging. Stef valt bijna van zijn stoel. ‘Nog niet!’, zegt hij lachend. Sam knikt.

Een Hoiaanse steegbruiloft

Ze vertelt ons dat ze opgegroeid is in een traditioneel dorpje, waar iedere vrouw een vergelijkbaar liefdesleven doorloopt. Ze trouwen op jonge leeftijd en beginnen dan kinderen te baren. Het baren gaat door tot er op zijn minst één jongentje wordt geboren. Meisjes kunnen de bloedlijn namelijk niet voortzetten, en dit wordt als heel belangrijk beschouwd in Vietnam. Het niet hebben van een zoon is simpelweg geen optie. Wanneer de vrouw keer op keer dochters blijft baren, is het heel gewoon dat de man zijn gezin achterlaat en op zoek gaat naar een andere vrouw waar hij wél een zoon mee kan krijgen.

Sams eerste kind was een meisje. Hoewel ze dolgelukkig met haar was, vertelt ze dat ze zich in haar achterhoofd toch een beetje zorgen maakte over de reactie van haar ouders. Haar moeder was blij voor Sam, maar lang niet zo blij als wanneer haar tweede kindje geboren werd: een zoontje.

‘In Europa werkt het niet zo, toch?’, vraagt ze ons. We vertellen dat mensen inderdaad zelf kiezen, en dat het enkel hebben van dochters harstikke normaal is. Uit de reactie en opvolgende vragen van Sam merken we dat ze best een beetje jaloers is op de gang van zaken in Nederland. Ze is blij dat ze door haar werk in contact kan komen met andere culturen, en daardoor heeft geleerd dat het ook anders kan. Het valt ons op dat Sam het heel belangrijk vindt dat haar kinderen het goed doen op school. Zó belangrijk, dat ze speciaal eten uit Australië laat importeren waarvan haar kinderen zogenaamd slimmer worden. Dit vinden we in eerste instantie wat bijzonder, maar onder de streep wil Sam hetzelfde als iedere moeder op de wereld: dat haar kinderen een fijne toekomst tegemoet gaan. En ze doet er alles aan om daarbij te helpen.

Hoewel we al twee dagen in Hội An gespendeerd te hebben, zijn we nog lang niet uitgekeken. Wanneer we op dag drie de binnenstad weer binnenfietsen, herkennen we het bijna niet. De straat die voorheen tot Simone’s knieën volstond met water, is weer helemaal opgedroogd. De taxiboten zijn nergens meer te bekennen. Alsof we in een videospel lopen, en door het kopen van een pak een nieuw level hebben ontgrendeld.

Terwijl Simone door de schilderachtige straten huppelt en foto’s maakt, loopt Stef er als een pakezel achteraan. Bij iedere fotosessie krijgt hij steeds meer attributen om zijn nek hangen, totdat Simone enkel haar camera nog in eigen handen heeft. Stef vindt het welletjes, zolang hij af en toe maar wat liefde krijgt.

De Aziatische fietsvakantie

Op onze laatste dag slapen we lekker uit. We lopen voor de laatste keer binnen bij Sam en laten onze pakken naar Nederland sturen. Voordat PostAsia het op komt halen, besluiten we nog een kleine fotoshoot te houden, zodat Sam een paar coole foto’s naar haar baas kan sturen. Ze vindt het eindresultaat geweldig. We hebben onszelf al minstens vijf keer op de Instagram van Two Ladies Tailor voorbij zien komen.

Zet die pokeravond maar vast in jullie agenda jongens!