Viewpoint Resort, Laos, 22:16
Het is een uur of 11 in de avond en we maken ons klaar voor een zalige nachtrust in de semi-jungle. Er woekert een flinke bui boven onze hoofden. Het geluid van de vallende regen op het dak van het bamboehutje is heerlijk om naar te luisteren.
De lokale insectenclub geniet minder van het weer. Natgeregend en boos besluiten ze een gecoördineerde aanval op ons hutje uit te voeren. Als de tien plagen van Egypte komen ze omstebeurt binnen; De eerste aanval bestaat uit een spin die een gemiddelde Thai als ‘klein’ zou omschrijven. Wij gemiddelde Nederlanders denken daar anders over en benaderen hem met enige voorzichtigheid. Na een heldhaftig gevecht tussen spin en mens weet het monster op het nippertje zijn uithuisplaatsing te vermijden. Geniepig kruipt hij terug in het open, donkere gat wat zich in het hoekje van de badkamer bevindt. Waarschijnlijk om zijn grote broers erbij te halen.
Minuten passeren en Stef besluit te kijken of de tweede vlaag al losgebarsten is. Hij steekt voorzichtig zijn hoofd door de deur van de badkamer en kijkt in alle hoeken van de ruimte. Niets. Hij draait zijn hoofd vervolgens langzaam omhoog, voorbereid op het ergste. Ook niets. Opgelucht zet hij zijn linkervoet op de trap naar beneden, tot hij vaag iets op de eerste trede ziet glinsteren. Hij neemt een stapje terug om nog eens goed te kijken en ziet vervolgens twee enorme voelsprieten de trede betasten. Zonder aarzeling pakt hij een vieze onderbroek uit de hoek van de kamer en propt deze in het gat waar het monster zich een weg door aan het banen is. De hermetisch afsluitende geurbom lijkt te werken. De insecten trekken zich met hun insectenstaart tussen de benen terug.
Uitgeput ploffen we het bed in om van onze verdiende nachtrust te genieten. Er ontstaat een kort moment van totale euforie, wetende dat we de hele nacht lang ongestoord schapen kunnen tellen. We proberen elkaar welterusten te wensen, maar worden midden in de zin onderbroken door onze buurman, die als gevolg van voedselvergiftiging zijn volledige maaginhoud naar het toilet aan het verplaatsen is. We besluiten te doen alsof het voortdurende gebraak onderdeel is van de omgevingsgeluiden, zoals de kerkklok van je dorp die om middernacht klinkt of een trein die voorbij raast, en vallen redelijk vlot in slaap. En dat komt goed uit, want er is nog een heleboel te zien in Pai. We zijn Pai net begonnen.
De volgende dag beginnen we in het I Love Pai Café, waar we vanuit de hangstoel van een prima uitzicht kunnen genieten. We bestellen een Thais gerecht met rijst. Iedere keer dat we dit doen, voelt het alsof we weer een beetje in Nederland zijn. In Thailand krijg je namelijk altijd twee aparte borden voorgeschoteld: een bord met het saus- en groenteprutje en een bord met een berg rijst in de vorm van een Monatoetje. Als westerling krijg je daar een lepel en een vork bij, waarbij je de vork gebruikt om eten op de lepel te leggen. Vervolgens is het de bedoeling dat je steeds een klein beetje rijst bij de saus doet, tot zowel het rijst- als het sausbord geleidelijk opgegeten is.
Hier snappen wij als Nederlanders natuurlijk geen hol van. Bij iedere eetgelegenheid voelen we ons als twee olifanten in de kamer wanneer we ons eten schaamteloos door elkaar heen beginnen te prakken. Niks geleidelijk een beetje rijst bij een beetje saus. Gewoon alles meteen door elkaar alsof je een Aziatische kapsalon naar binnen aan het werken bent. De locals krijgen rillingen van het aanzicht, maar zijn gelukkig te vriendelijk om er iets van te zeggen.
Met een volle buik rijsten we verder naar de Sai Ngam Hotspring, een door de natuur gevormd spa-resort. Een beetje net zoals de natuurlijke warmwaterbronnen in Scandinavië, maar dan in de jungle. Volgens de reviews van anderen is het water warm, en na het zelf gevoeld te hebben vinden wij dit ook, dus samengevat zijn we hartstikke tevreden.
Hoewel de wegen over het algemeen top zijn in Pai, moeten we voor een aantal locaties door de negen lagen van de hel rijden om er te komen. De hellingen zijn hellig en de afdalingen voelen als een soort vrije val, maar wegens uitstekend scootervakmanschap en nog uitstekender navigatievakmanschap slaan we ons er eenvoudig doorheen.
We komen onderweg naar onze volgende bestemming nog een waterval tegen en besluiten een kijkje te nemen. Het is een relatief klein exemplaar, maar desondanks erg mooi. Terwijl we langslopen verliest een medetoerist haar slipper in de rivier. Hysterisch commandeert ze haar vriend rond terwijl hij driftig naar de slipper zoekt; Een zeer vermakelijk tafereel om te aanschouwen.
Wie een brug legt naar een ander, kan altijd heen en terug. Dit geldt ook voor onze volgende bestemming, de Pai Bamboo Bridge. Het uitzicht vanaf de in elkaar gevlochten brug is adembenemend. De ‘brug’ is niet omringd met water, maar met groene rijstvelden waarin locals aan het werk zijn met enorme bergen op de achtergrond. Bij iedere stap ritselt het bamboe onder onze voeten, tot we aan het einde bij een boeddhistische tempel aankomen die midden in een jungle is gebouwd. We zijn er helemaal alleen, waardoor de plek een uitstraling krijgt van buitenaardse schoonheid. We volgen de stroom van lichtflarden die zich op magische wijze tussen de bomen heen verplaatst, tot we bij een groot Buddhabeeld uitkomen. We overwegen even Boeddhistisch te worden, maar houden beide niet zo van wierrook, dus doen het toch maar niet.
Tot slot bezoeken we nog het Yun Lai Viewpoint, een plek hoog in de bergen waar we uit kunnen kijken op het onderliggende dorpje, omringt door enorme bergen. In het dorpje wonen voornamelijk Chinese mensen, die samen de Chinese cultuur naar hun Thaise buren overbrengen.
Voldaan vertrekken we weer naar ons bamboehutje, in de hoop de aankomende nacht niet gestoord te worden door insecten, braaksel of insectenbraaksel. Onze zorgen verdwijnen echter als sneeuw voor de zon wanneer we zien dat we goed bewaakt zullen worden.
Morgen verlaten we Pai en vertrekken we naar Chiang Rai, een mooie stad vanaf waar we binnenkort richting Laos vertrekken. Het wordt nog een hele uitdaging om in Pai bij de bus aan te komen, aangezien we onze backpacks op de scooter mee moeten nemen. Dat zal een beladen ritje worden.