Handje klap

Handje klap

Simone is onheilspellend naar een stel kippen aan het kijken. Ze is het voorval van een aantal weken nog niet vergeten. Terwijl ze de beesten argeloos rond ziet dwarrelen, komt de geur van stront en pis weer terug in haar neusgaten. 

Stef is ondertussen een pannenkoek aan het eten. Banaantje erbij, lekker veel honing. Zo heeft hij ze het liefst. Na de laatste hap zetten we onze borden in de keuken van onze bonusmoeder en springen op de scooter. Het is een dik uur rijden naar de imposante bestemming van vandaag: Ba Na Hills Sunworld.

Het park is het beste te beschrijven als hetgeen wat iemand bouwt wanneer hij of zij al het geld van de wereld heeft. Het kolossale park bestaat uit verschillende segmenten, verspreid over verschillende bergen die per kabellift met elkaar verbonden zijn. Het kabelbaannetwerk van Ba Na Hills bezit het wereldrecord voor ‘Langste non-stop kabelbaan’ met een lengte van 5801 meter.

Na zo’n anderhalf uur weelies trekken en donuts draaien komen we aan bij de ingang van het park. We parkeren onze Rolls Royce en lopen dan richting de kabellift, die ons naar het hoofdsegment van het park brengt. De rit is al een volwaardige attractie op zich; dwars door de bezoekende wolken zweven we langzaam de berg omhoog.

In de lift onstaat er een kleine kibbeling. Stef heeft de camera in handen, en daarmee de zware taak om alles mooi vast te leggen. Simone kijkt verwonderd om haar heen en besluit een paar suggesties te geven: ‘Stef, kun je een foto van die berg maken?’. Of ‘Stef, maak eens een filmpje van die waterval’. Na de ‘Stef, je bent de balken van de lift aan het fotograferen’ trekt hij het niet meer. ‘Hier, doe het zelf maar’, zegt hij nors, terwijl hij de camera aan Simone overhandigd. Hij blijft de rest van de rit zitten mokken. Zijn verkeerde been uit bed verdwijnt gelukkig weer onder de lakens wanneer we bovenaan de berg het park binnenwandelen.

Het incident in kwestie

Aan onze rechterzijde zien we de Notre Dame. Links staat het Louvre. Recht voor ons draait een enorme wereldbol in het midden van een sierlijke fontein. Parijs is er niks bij.

Althans, dat denken we. Door laaghangende wolken zien we hooguit 2 meter voor ons. Het zorgt ervoor dat het hele park transformeert in een mistig wonderland. Dit is heel erg cool, maar ook heel erg koel. Bibberend loopt Simone de Notre Dame binnen, in de hoop dat deze versie ook vlam vat zodat ze zich op kan warmen.

In de duplikerk treffen we een bijzonder tafereel aan. Een rijtje van bruiden en bruidegommen staan te wachten voor het altaar. Ze hebben ieder een privéfotograaf mee, die vastlegt hoe de man en vrouw hun huwelijk vereeuwigen. ‘Zullen wij ook trouwen in een pretpark? De Vliegende Hollander misschien?’, vraagt Stef aan Simone. ‘Dat lijkt me vreselijk’, luidt het antwoord. Dat is duidelijk.

De kerk blijft jammergenoeg intact, dus moeten we naar andere vormen van warmte op zoek. Op de parkplattegrond zien we dat er ergens een enorme speelhal moet zijn. We kijken buiten wat rond en stuiten dan op een serie liften. Het zal toch niet? Na even te aarzelen stappen we naar binnen. 

De lift zoeft ons regelrecht de berg in. We stappen uit in een enorme uitgeholde ruimte, bestaande uit drie verdiepingen vol met attracties. We draaien ons duizelig in de zweefmolen, begaan oorlogsmisdaden in de botsauto’s en schrikken van dolfijnen in een 360 graden 4D film.

Daarna is het tijd om de handen uit de zakken te halen. Het zonnetje is gaan schijnen, dus wordt het hoog tijd om de bezienswaardigheid te bekijken waarvoor we gekomen zijn: de ‘Golden Bridge’. Het 150 meter lange kunstwerk wordt gezien als één van de moderne wereldwonderen en staat al sinds dag 1 op onze to-do lijst in Vietnam.

We lopen Frankrijk uit en stappen in een kabellift. Terwijl we ons station naderen, zien we de Golden Bridge al in onze ooghoeken verschijnen. We stappen een enorme koepel binnen met allerlei souvenirs van handen die dingen vasthouden en ijsjes met goudvlokken. We bezwijken echter niet, en lopen de mensenmassa achterna richting de poort naar buiten.

Het aanzicht is overweldigend. Twee enorme stenen handen dragen het gewicht van ons en een heleboel andere toeristen. Terwijl we de gouden brug bewandelen, wordt boven ons een kleed van wolken van het enorme bergenlandschap afgetrokken. Het zonnetje lacht stralend toe. We lopen minstens 3 keer op en neer over de brug, en besluiten dan te kijken wat deze parkberg nog meer te bieden heeft.

We stuiten op een grote tuin, waar een enorme pauw zich in de bladeren genesteld heeft. Op de achtergrond steekt de glimmende gouden brug verlegen zijn handen achter de bomen uit.

Ietsjes verderop staat een poort, waardoor we rechtstreeks de hemel in kunnen kijken.

Dat de plek heilig aanvoelt, komt mede door een levensgroot Buddhabeeld naar wiens achterhoofd we al een tijdje staren.

We besluiten het van iets dichterbij te bekijken en komen er dan achter dat we niet als enige aan het staren zijn. 

Door kleine spleetoogjes kijkt het kolossale gedaante teleurgesteld op ons neer. We checken even of er nog eten tussen onze tanden zit of iets dergelijks, maar dit is niet het geval. 

Wanneer we weer terugkabelen naar Frankrijk, is het er nog steeds koud. Wel zijn ook hier de wolken inmiddels een beetje opgeklaard, waardoor we ditmaal het park kunnen zien. Het is een indrukwekkende verzameling van gebouwen en beelden. We noemen het zelfs even cooler dan de Efteling, maar bij nader indien zorgt het gebrek aan mannen met lange nekken en schreeuwende dikke prullenbakken er toch voor dat we hierop terugkomen.

Eenmaal terug in de uitgeholde speelhal wandelen we een ‘5D’ filmzaal binnen. In plaats van de huis, tuin en keuken pandadroom komen we in een ruimte gevuld met paarden en geweren. We nemen plaats op de middelste rij en nemen de revolvers in de hand. Na een tijdje in spanning te wachten gaan de lichten uit en het doek aan. Een aggressieve cowboy springt tevoorschijn. Binnen de kortste keren zijn we op onze schuddende paarden op alles wat los en vast zit aan het schieten. Het schieten wordt afgewisseld met heftige ritten over treinsporen en door grotten. Stef vindt het geweldig. Gedurende de vijf minuten die de attractie duurt voelt hij zich weer even twaalf.

Hoewel we hier nog makkelijk uren kunnen spenderen, gaat het park bijna sluiten. We besluiten nog snel naar de attractie te springen waar al de gehele dag een rij van 2 uur voor staat: de Alpine Coaster. Terwijl we de ingang naderen, zien we een medewerker de attractie voor onze neuzen sluiten. Buiten adem vragen we hem of we alsjeblieft nog als laatste naar binnen mogen. Hij zucht diep, laat ons erdoor, en sluit de deuren dan voorgoed.

Deze klassieke bergattractie bestaat uit wat rails met daarop een karretje. In het karretje heb je enkel een rem, waarmee je zelf kunt bepalen hoe hard je gaat. Ontzettend onverantwoordelijk zou je zeggen, en dat kunnen we beamen. Met de snelheid van het licht vliegen we gevoelsmatig iedere bocht uit.

Het is alweer donker wanneer we terugkeren op de begane grond. We halen de scooters van stal en scheuren de nacht in. Eenmaal op de snelweg komen we achter een vrachtwagen terecht. Simone ziet Stef opportunistisch kijken. ‘Je gaat NIET inhalen’, zegt ze op een toon die weinig ruimte laat voor interpretatie. Stef volgt het bevel braaf op. Voor zo’n tien seconden tenminste. Wanneer hij voor zich een local argeloos langs de vrachtwagen op ziet rijden, kan hij het niet laten zijn voorbeeld te volgen. Zonder aankondiging sjeest hij langs de grote denderende wielen op. Stef zit voorop de scooter te grinniken. Hoewel het stil blijft achter hem, hoort hij Simone op de een of andere manier toch meermaals inwendig vloeken.

Wanneer we thuis in de spiegel kijken, treffen we twee zwarte gezichten aan van alle uitlaatgassen. We wassen ons weer schoon met wat gestolen hotelzeep en vervolgen onze weg dan naar Sam om onze pakken te gaan passen.